Wayoutback and Coming Home - Reisverslag uit Alice Springs, Australië van Reuben Bentvelzen - WaarBenJij.nu Wayoutback and Coming Home - Reisverslag uit Alice Springs, Australië van Reuben Bentvelzen - WaarBenJij.nu

Wayoutback and Coming Home

Blijf op de hoogte en volg Reuben

21 November 2014 | Australië, Alice Springs

Ik weet dat niemand er nog op zit te wachten, maar hier dan toch mijn allerlaatste verhaal vanuit oz land.

Zoals de meesten van jullie ondertussen wel door hebben gehad, zit ik ondertussen al weer wel en breed in het koude Nederland. Ik ben jullie echter nog één hoofdstuk verschuldigd. Sorry hiervoor!

Ik ga gewoon verder waar ik gebleven was: Sale.

Uitrusten dus.

Na een treinreis van een kleine 3 uur, word ik door David, mijn neef, opgehaald van het station in Sale. Natuurlijk heel erg leuk om hem weer te zien. In het begin wel een beetje ongemakkelijk. Ik heb hem dan ook in geen jaren meer gesproken. Maar al snel merkte ik dat we het goed konden vinden.
Eigenlijk was ik van plan om hier in Sale, een klein dorpje waar niet zo gek veel te beleven is, een weekje lekker te gaan bijkomen.

Veel succes! Een van de eerste dingen die Dave aan mij vroeg was of ik mee wilde gaan surfen. Tuurlijk!! Per slot van rekening ben ik ook al bijna pro!! Althans.. dat dacht ik.
Nadat we een van zijn maten, Renny, hadden opgepikt moesten we nog ongeveer een uur rijden naar de golven. En wel op Eighty Mile Beach. Zoals je op de landkaart kan zien, is deze echt 80 mijl lang. Het langste rechte stuk kust van Australië.
We stapte de auto uit om, zoals echte surfers dat doen, de golven te bekijken. Waar komen ze vandaan? Waar is de ripcurl? Wat is de sweetspot. Wat voor een golven zijn het? Waar komt de wind vandaan? En weet ik wat nog meer…
Al na welgeteld 0.6 seconden was ik eruit. Mij niet gezien!!! Ten eerste was het zo’n 5 graden in de buitenlucht. Zeewater waarschijnlijk 1 à 2 graden. Windkracht 7 of 8. Een hele hoop schuim en golven die minstens 2x zo hoog zijn als dat ik lang ben.
Oké, ik geef het toe; misschien ben ik toch niet zo pro als dat ik mij voordeed. Dave en Renny daarentegen wel! Zij springen, hop, het water in en beginnen te peddelen. Geen duidelijke ripcurl waarmee ze door de golven kunnen peddelen. Dwars er doorheen dus. Dat valt nog niet mee. Na zo’n 10 minuten peddelen geeft Renny het op en begint op schuim te surfen.
Wat?! Dave is er doorheen! Hij peddelt met een golf mee, staat op! En hij valt gelijk weer.. Hierna is hij het zat! Hij gaat ook naar het schuimfeest van Renny. Na een aantal minuten komen zij, zo’n 3 mijl verderop, onderkoeld het water weer uit. Naar huis? Dacht het niet. Na een stukje terug te zijn gelopen springen ze weer het water in! Hoewel het feest nu wel snel afgelopen was. Ze waren erachter gekomen dat het water toch nog wat te koud was..

Verder zal ik jullie niet al teveel meer lastig vallen met details. Ik ben nog een keer wezen hiken met Dave, Marieke (tante) en Wayne (oom). Ik ben een paar keer met Dave mee geweest naar zijn maten. Een keertje wezen golfen. Met Marieke wezen fietsen. Dan kun je zeggen: fietsen? Wat is daar nou zo bijzonder aan? En dan zou ik je helemaal gelijk geven. Behalve dan dat ik alweer bijna een jaar niet meer gefietst had, en dan gelijk voor bijna drie! uur. Dat voelde ik wel de rest van de week. Vooral in mijn Gluteus Maximus..
Nog een keertje met Dave naar de gym. Daarna de sauna en het zwembad in geweest.
Maar één avond steekt er met kop en schouders bovenuit. Toen ben ik met Dave voor een avond teruggegaan naar Melbourne om hier naar een Australian Football League (AFL) game te gaan. AFL is dé sport van Australië. Een beetje vergelijkbaar met Rugby denk ik. Nu hoop ik niet dat er veel Australiërs zijn die dit lezen want door dit te zeggen beledig ik hen ten zeerste..
Hawthorn Hawks vs. Geelong Cats. De Hawks was Dave z’n team. Dus, vanzelfsprekend, ook die van mij!
Eerder deze week, bij een van Dave z’n maten, was de eerste keer dat ik AFL daadwerkelijk heb gekeken. Je kan je dus wel voorstellen dat ik een uiterst enthousiaste supporter was. Nadat Dave mij de basisregels had uitgelegd dacht ik wel dat ik op de goede momenten kon juichen en boe roepen. Na een tijdje de rest van de menigte na te doen en goed te kijken wat er nou gebeurde, betrapte ik mezelf erop dat ik oprecht enthousiast werd. En als snel was ik de eerste die de scheidsrechter begon uit te schelden of het hardste aan het zingen was.
Na 2 kwarten gespeeld te hebben stonden de teams precies gelijk. Na de derde was het ook nog veel te spannend. Pas tijdens de laatste kwart kwam daar verandering in. En goed ook. De Hawks (GO HAWKS!!) waren de Cats aan het vermorzelen. Nu moet je me niet vragen wat de uiteindelijke score nou was, want net als met tennis heeft dit verschillende lagen (als ik het goed begrijp). Maar het belangrijkste was dat de Hawks (GO HAWKS!!) hadden gewonnen van de grote rivaal (vergelijkbaar met Ajax en Feyenoord in Nederland).
Omdat we ’s-Avonds niet meer drie uur terug naar Sale wilden rijden zijn we bij mijn nichtje, Peta, blijven slapen.

En dat allemaal terwijl Dave de hele week doodziek was omdat hij weer zo nodig moest surfen die ene dag. Wat een held!

Nadat ik terug was in Melbourne en iedereen die ik daar kende weer had verveeld, ben ik met de bus naar Adelaide gegaan om hier nog een weekje door te brengen. Een van de grootste fouten die ik tijdens mijn trip heb gemaakt.

Na een nachtrit van zo’n 10 uur kwam ik om 6 uur ’s-morgens aan in Adelaide. Hier bij een hostel ingechekt. En omdat het het laatste hostel zou zijn die ik zelf zou moeten regelen heb ik uit gemak gelijk een hele week geboekt. Normaal doe ik een nachtje en als het me dan niet is bevallen dan zoek ik iets anders. Nu dus niet. En dat heb ik geweten ook. De sfeer in het hostel was dood. En de stad zelf was ook al niet zo boeiend. Misschien omdat ik ondertussen verwend ben met alles was ik al meegemaakt en gezien heb.
Ik had de tour Alice Springs-Uluru-Darwin al geboekt voor volgende week. Ik kon dus ook niet zo makkelijk besluiten om eerder weg te gaan. Voor mijn gevoel zat ik dus een beetje gevangen in Adelaide.

Na een week afzien ben ik aan het laatste stukje van mijn trip begonnen: The Outback!!!

Ik moest wel nog even rustig blijven zitten. In de bus. 20,5 uur om precies te zijn. Maar goed. Dan ben je wel in Alice Springs. De tour die ik hier had geboekt had ook het hostel voor mij geregeld. Hier zou ik maar een nachtje blijven, dan drie dagen in de outback en dan weer een nachtje in het hostel.
Zo stond ik de volgende ochtend dus alweer om half 6 klaar voor wat een van de mooiste en meest indrukwekkende drie dagen van het hele jaar zouden worden.

Tijdens het schrijven van deze blog ben ik er al een aantal keren achter gekomen hoeveel moeite ik ermee heb te omschrijven hoe mooi, gaaf, cool, indrukwekkend, leuk etc. iets is geweest. Hierop zeg ik één ding: Sorry maar helaas peanut butter. Ik ga het gewoon nog een keer proberen.
Om half 6 werd ik opgepikt door de bus. Nog een aantal mensen ophalen. Uiteindelijk zaten we in de de bus met z’n zessen. Niet zo gek voor een tour van 3 dagen. Op weg naar Uluru. Dat ligt naast Alice Springs. Alhoewel. Toch nog zo’n 7 uur rijden. Ondertussen zijn we nog wel een keer gestopt bij een Camelfarm. Uiteraard kon je hier ook een ritje maken op een kameel. Dit was een rondje van 1.6 minuut door de wei. Aangezien ik tijdens de motortrip een aantal maanden geleden al een rit van meer dan een uur over het strand bij een prachtige zonsondergang had gemaakt, had ik hier niet zo’n zin in. Dan maar fotograaf spelen voor de anderen die het wel heel cool vonden.
En weer door. Heel precies weet ik de volgorde niet meer. maar ik weet nog wel dat we op een gegeven moment panne hadden met de bus. Daar stonden we dan, langs de weg in hartje Australië in de brandende middagzon, stil. Geen telefoonreceptie natuurlijk. Na een tijdje kwam er een andere tourbus van de andere kant die even stopte. Toevallig zat hier, als passagier, een automonteur (is er een dokter in de zaal?) in. Na ongeveer een uur konden we dan toch weer verder. Toen hebben we een aantal mensen van het vliegveld op moeten pikken. Jammer.. nu moesten we verder met z’n twaalven. Misschien had iedereen dan nog wel een stoel voor zichzelf als je dat wilde, maar toch wel ineens een volle bus hoor.
Volgens mij zijn we de eerste dag gelijk al naar Uluru gegaan. A.k.a. Ayers Rock. Die grote rode steen in de middle of nowhere. Hier hebben we de wereldberoemde zonsondergang bekeken samen met de halve Aziatische bevolking.
Dit was echt heel indrukwekkend (daar gaan we dan!). Het is heel cool om te zien hoe de kleur van de steen verandert als de zon ondergaat. Hij begint bij een beetje rood/bruinachtig. Dan gaat word hij steeds roder totdat hij echt knalrood (Ferrari rood zeg maar) is. En dan knipper je met je ogen en is hij grijs. Best cool toch? Je had er bij moeten zijn.
We zijn ook nog een keer een deel rond de basis heen gelopen. Dan pas realiseer je je hoe groot hij eigenlijk is. Normaal gesproken kan je dat niet echt inschatten omdat je geen referentiepunt hebt. Je ziet de steen van een afstand, maar daaromheen is niks. Maar toen ik eronder stond was ik toch even stil. Het is de grootste monolith ter wereld. Wat betekend dat het de grootste rots/steen ter wereld is dat één geheel is. Dan is de Mount Everest , of misschien zelfs de utrechtse heuvelrug veel hoger en/of groter, maar dat zijn allemaal rotsen en stenen en zand en weetikwatnogmeer op een hoop gegooid. Dit is dus één rotsblok.
Ook een leuk weetje. Uluru is eigenlijk grijs. De rode kleur die je ziet komt, heel simpel gezegd, doordat hij aan het roesten is.
Maar als de rots zo groot is, waarom zie je dan altijd dezelfde kant van de rots op foto’s? Omdat hij nog steeds heilig is voor de Aboriginals. Zij hebben afspraken gemaakt met de Australische overheid en hebben een aantal delen ‘vrijgegeven’. Maar er zijn nog steeds een hele hoop stukken waar geen foto’s van gemaakt mogen worden.
Ook het beklimmen van de rots hebben ze liever niet.

Genoeg over de grote rode rots. Behalve dan dat we de volgende morgen voor zonsopgang zijn opgestaan om hem ook met zonsopgang te bekijken. Jammer maar helaas peanut butter was dit de enige regenachtige dag van het jaar en kon je de steen nauwelijks zien door de mist. Wat op zich ook wel een gaaf gezicht is. Zo zie je hem niet zo vaak.

Hierna door naar Kata Tjuta, wat ik persoonlijk veel mooier vond dan Uluru. Hier zijn we een paar uur door de ‘Valley of the Winds’ gaan hiken. En koud dat het was! Niet normaal. Daar loop je dan, door de Outback van Australië, door de regen en wind en mist. Daarentegen was het wel heel gaaf om te zien hoe alles zich, tijdens het lopen, voor je opende toen het begon op te klaren. Zo koud als dat het een paar minuten geleden was, zo heet is het nu. Hoewel het wel nog steeds hard waaide. Zouden ze het daarom ‘Valley of the Winds’ noemen?
De enige manier om dit de beschrijven is dat ik sprakeloos was. Na elke bocht of heuvel was het weer compleet anders. Soms draaide ik mij voor de grap eens om en dan kon ik niet geloven dat het hetzelfde land was. Het contrast tussen wat zich voor en achter mij afspeelde kan bijna niet groter.
Echt heel gaaf!

De laatste dag zouden we gaan hiken in Kings Canyon. Een beetje vergelijkbaar met de Grand Canyon, maar dan niet zo grande. Ietsjes kleiner. Begrijp me niet verkeerd. Na een hele ochtend goed gewandeld te hebben hadden we nog steeds maar een klein hoekje van het hele gebeuren gezien. Dan moet ik wel zeggen dat het hiken om de haverklap werd onderbroken door uitleg over de zoveelste plant die geneeskrachten had en die de Aboriginals nog steeds dagelijks gebruiken. Natuurlijk hartstikke interessant en goed om je van zulke dingen bewust te worden. Maar als snel zijn het er zoveel dat er niks meer binnenkomt.
De dag begon al goed met ‘Heart Attack Hill’. Inderdaad zijn op deze klim mensen overleden omdat ze een hartaanval kregen. Nadat de guides ons helemaal bang had gemaakt en dat we echt ons eigen tempo moesten aanhouden, het geen race was, genoeg moesten drinken etc. vloog ik de berg op en voordat ik het wist stond ik bovenop te wachten. Gelukkig wel met een heel mooi uitzicht. Dat maakte het wachten iets minder erg. Wat ik wel jammer vond was dat de parkeerplaats precies in het uitzicht lag. Maar ik deed net alsof ik die niet zag.
Hierna viel de wandel hartstikke mee. Hartstikke mooi ook weer. Beetje klimmen en dalen. Beetje rotsen hier en rotsen daar. Beetje uitzicht hier en afgrond daar. En dan… ´The Garden of Eden´. Vanuit het niets kom je bij een kloof met allerlei planten, bomen, bloemen, watervalletjes, beesten enz. Best wel apart om dit tussen de rotsen tegen te komen.
Nu moet ik heel eerlijk bekennen dat ik niet eens meer zeker weet of dit bij de Kings Canyon was. Misschien was het wel bij Kata Tjuta. Hoe dan ook, zoals de jeugd van tegenwoordig wel eens zegt: ‘dikke sh*t, ouwe!’

Nu ben ik bijna een van de meest indrukwekkende momenten vergeten. De nacht!
We sliepen weer in swags. Net als, zoals de oplettende lezer nog wel zou weten, tijdens mijn trip naar Kakadu. Nu waren het alleen andere swags. Eigenlijk was het gewoon een slaapzak met daarin een slaapzak waar ik dan weer in lag. Je hoofd lag in de buitenlucht. Best frisjes dus. Maar zoals de kenner weet: hoe minder kleren, hoe warmer het is. Het zal wel, dacht ik de eerste nacht. En koud dat ik het had! Heb geen oog dicht gedaan.. Maar eigenlijk was dat helemaal niet vervelend. De sterrenhemel is daar zo ontzettend mooi. En als je in de middle of nowhere ligt, zoals wij dus, zijn er geen lampen in de buurt en zie je alles dus heel helder. Omdat ik op het Zuidelijk halfrond sliep, is de sterrenhemel compleet anders dan in Nederland. Ook kun je hier heel duidelijk de Melkweg zien. En als je even naar boven kijkt, of niet kan slapen en je ogen open hebt, kun je ook wel regelmatig vallende sterren zien. Al met al best veel om naar te staren.
Zolang je niet vergeet je schoenen onder je swag te leggen, want hoe mooi het ook is, het is nog steeds de Outback van Australië. Naast spinnen en slangen betekent dit dus Dingo’s! Wat trouwens hele vriendelijke beesten zijn. Het zijn de mensen die ze gaan voeren die ze agressief maken.
Ondanks dat het dus over het algemeen hele vriendelijke beesten zijn en ze je echt niet gaan aanvallen als je ligt te slapen, nemen ze graag je schoenen mee. Het zijn ook net honden hè..


Na nog een dag in Alice Springs met een paar Tsjechen van de tour gespendeerd te hebben, ben ik na een meer dan 22 uur durende busrit eindelijk aangekomen in Darwin. Alweer. Het voelde bijna als thuiskomen. En dat meen ik echt.


De bus stopte op een paar minuten van haar werk, dus ben ik daar maar heengelopen.
MADDY!!!!!!!! JOEHOEEEE!!!!!!

Dit keer ben ik een weekje in Darwin gebleven. Ik moest nog een paar dingetjes regelen. Zo zou ik mijn belasting terug kunnen vragen. Dat heb ik uiteraard ook gedaan. Ik ben er nu, bijna 2 maanden later, nog steeds op aan het wachten. Maar ze zeiden al wel dat het tot 10 weken kon duren. Ik heb dus nog hoop!
Daarnaast heb ik ook pensioen opgebouwd. Normaal gesproken word dat pas vrijgeven als ik met pensioen zou gaan (gek hè). Maar omdat ik niet in oz land woon, kon ik dat nu al terugvragen. Althans. Dat dacht ik. Nu blijkt dat ik eerst het land uit moet zijn en dat mijn visa verlopen moet zijn. Daarna pas mag ik het meegegeven formulier schriftelijk, lekker ouderwets, opsturen. Nu dacht ik dat dat niet zo’n probleem zou zijn. Maar hij ligt nu (nog steeds zo’n 2 maanden later) nog steeds op mijn bureau om ingevuld te worden. Dat ik dat terugkrijg gaat dus denk ik nog wel even duren ben ik bang.
Verder heb ik deze week vooral heel hard gerelaxed. Filmpjes kijken. Beetje sporten. Lekker lezen. En voor mijn allerlaatste weekend in oz land ben ik samen met Maddy en Martin naar de enige plek gegaan die nog op mijn lijstje stond: Mataranka.

Daar gingen we dan. Mijn allerlaatste trip Down Under. Na een aantal uren gereden te hebben begon het donker te worden. Nog maar 5km te gaan wanneer ineens BAM!!!!!!!!!!!! Sprong er een Kangoeroe voor de auto. Hele voorbumper ingedeukt. Maar goed. Alle lampen deden het nog en de bumper konden we wel weer een beetje terugbuigen. De schade aan de auto viel gelukkig mee. Dat viel niet te zeggen over die goede oude Skippy.
Weet je ook meteen waarom we met de motoren niet in het donker wilden rijden.

De laatste paar kilometer verliepen verder zonder al te veel problemen. In Mataranka hebben we nog wat gegeten en gedronken en zijn we uiteindelijk toch maar gaan slapen.
De volgende dag zijn we naar de Thermal Pools geweest. Dit zijn natuurlijke hot springs die, tijdens de 2e wereldoorlog dacht ik, door soldaten die hier gestationeerd zaten, omgebouwd zijn tot zwembaden. Dus met trappetjes en betonnen wanden etc.
Toen zijn we nog ergens anders heen gereden waar we konden zwemmen. Maar waar het, voor mij in ieder geval, voornamelijk om ging, was om met mijn kleine zusje en Martin nog even wat quality time door te brengen voordat ik weer naar huis zou gaan. De volgende dag. Want het ene moment zie ik, na een reis van meer dan dertig uur, Maddy weer die mij op komt halen van het vliegveld. En na drie keer knipperen staan we weer op het vliegveld afscheid van elkaar te nemen. Tussen de eerste en laatste keer knipperen is er natuurlijk wel een hele hoop gebeurd. Teveel om hier nog even in een nostalgische bui op te noemen. Maar aan de andere kant is er, zo realiseerde ik me toen ik weer terug was in Nederland, ook geen ene moer veranderd.
In het afgelopen jaar heb ik zo ontzettend veel meegemaakt, zo veel dingen gezien, honderden mensen ontmoet, duizenden eerste keren gehad, heb ik keihard gefaald, heb ik mijn grootste successen beleefd, ben ik mezelf op zo veel manieren tegen gekomen en heb ik geleerd hoe ik over mijn eigen grenzen heen moet. Dus terwijl je zelf compleet veranderd bent en anders tegen dingen aankijkt, is alles om je heen exact hetzelfde. Dat is soms wel even moeilijk.

  • 21 November 2014 - 21:50

    Maartje:

    Ook nu je al terug bent en ik je vier weken geleden op de boerderij zag, blijft ook dit verhaal weer cool om te lezen! Wat je omschreef over hoe je veranderd bent, dat is denk ik wel wat ik bedoelde toen ik letterlijk zei: Reub je bent veranderd! Je straalt je ervaring in ieder geval zeker te weten uit!

  • 23 November 2014 - 07:28

    Emma:

    ik heb genoten van je verhalen gedurende je trip, Rub!! Met humor, en uiterst gedetailleerd (is een woord toch?) waardoor ik precies wist hoe je dingen ervaarde. Wat een super ervaring zo een jaar op reis. It's all about making memories!!

  • 23 November 2014 - 08:48

    Ben:

    Ik zat nog te wachten ;) en heb weer erg genoten van je verhaal!
    De ervaringen die jij het afgelopen jaar heb omschreven in je reisverhalen waren altijd lachwekkend en prettig om te lezen!
    Super cool wat je allemaal hebt gedaan en meegemaakt daar in Australië!

  • 24 November 2014 - 04:08

    Maddy:

    Ik heb weer ouderwets om je verhalen moeten lachen! Je hebt zo een topjaar gehad! Het was heerlijk je over de vloer te hebben Wup, en ik mis je soms toch wel een beetje...we hadden altijd zo'n schik

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Alice Springs

Reuben

Actief sinds 05 Jan. 2011
Verslag gelezen: 2768
Totaal aantal bezoekers 30454

Voorgaande reizen:

14 Oktober 2013 - 13 Oktober 2014

Aussieland

23 Januari 2011 - 19 Juni 2011

Stage london

Landen bezocht: